Geschreven door Kitty van Boven – i-ee. Advocatenkantoor Uitgeest
Artikel gepubliceerd op 26 november 2014 in photonmagazine/blog Het Recht NL

 

Portretrecht op de werkvloer

Een succesvolle onderneming waar het prettig werken is, vindt het belangrijk om de waardering voor haar medewerkers te tonen en organiseert daarvoor met regelmaat activiteiten. Jaarlijks is er de ‘jubilarissendag’ waarbij alle medewerkers die dat jaar jubileren met hun partners en kinderen worden bedankt voor hun inzet van de afgelopen jaren en een passend cadeau en gratificatie krijgen overhandigd. Van deze overhandiging door de directeur aan de jubilaris worden door de bedrijfsfotograaf foto’s gemaakt en tot slot wordt er een groepsfoto gemaakt van alle jubilarissen met de directie. Na dit officiële gedeelte volgt een informele receptie voor alle medewerkers van het bedrijf en aansluitend gaat de directie met de jubilarissen en hun gezin uit eten. Elk jaar weer kijkt de directie van het bedrijf terug op een geslaagde jubilarissendag en is ze trots op haar medewerkers die zich al die jaren toch maar voor het bedrijf hebben ingezet.

De directie gaat met haar tijd mee en plaatst regelmatig nieuwsberichten op haar website en sinds de foto’s door hun bedrijfsfotograaf digitaal worden aangeleverd worden, zo veel mogelijk voorzien van foto’s. Zo heeft de directie ook de groepsfoto van de afgelopen jubilarissendag op haar website geplaatst. Enige tijd later krijgt de directeur van een van de betreffende jubilarissen het verzoek deze foto van de website te verwijderen omdat hij niet wil dat er foto’s van hem op internet ‘staan’. De directie heeft het verzoek van de jubilaris uiteraard ingewilligd maar vraagt zich af hoe het nu juridisch in elkaar zit.

Iedereen die herkenbaar wordt afgebeeld, kan zich beroepen op zijn portretrecht. Dat wil zeggen dat de geportretteerde zich tegen openbaarmaking kan verzetten wanneer hij daar een redelijk belang bij heeft. Of er sprake is van een redelijk belang zal per geval beoordeeld moeten worden maar er is in elk geval sprake van een redelijk belang wanneer er sprake is van een inbreuk op iemands privacy of van een ongewenste associatie. Het gebruik van het portret in een negatieve context kan uiteraard ook een redelijk belang opleveren. Onder omstandigheden kan het belang dat de gebruiker heeft om het portret openbaar te maken zwaarder wegen dan het redelijk belang van de geportretteerde zich daartegen te verzetten. Dat zal per geval aan de hand van de specifieke omstandigheden moeten worden beoordeeld.

In de onderhavige kwestie is de vraag natuurlijk allereerst wat het redelijk belang is waarop de jubilaris zich kan beroepen. De foto staat alleen op de website van zijn werkgever, het gebruik van de foto is feitelijk, zakelijk en in een positieve context, van een inbreuk op de privacy of een ongewenste associatie is ook geen sprake. Het is ook niet een foto van alleen de geportretteerde maar een groepsfoto met alle jubilarissen en de directie. Toch is het voor de geportretteerde blijkbaar heel belangrijk dat er geen foto’s van hem op internet staan en dat staat los van deze specifieke situatie. Dat belang kan er voor hem in gelegen zijn dat hij daar eerder vervelende ervaringen mee heeft gehad bijvoorbeeld. Op het eerste gezicht lijkt er dan wellicht geen sprake te zijn van een redelijk belang om zich tegen openbaarmaking te verzetten maar het is goed om daar wel goed over door te vragen. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat iemand het slachtoffer is geweest van identiteitsfraude.

De directie vraagt zich ook af of ze voor de volgende gebeurtenis vooraf aan elke geportretteerde toestemming moet vragen om de foto te mogen gebruiken en of ze dit schriftelijk moet vastleggen. Wanneer vooraf, bijvoorbeeld al in de arbeidsovereenkomst, daarover afspraken gemaakt worden, voorkomt dat natuurlijk een boel onduidelijkheid achteraf. Dan nog kan het voorkomen natuurlijk dat er sprake is van veranderde omstandigheden waardoor de geportretteerde werknemer alsnog een redelijk belang krijgt. De werknemer die na jaren volle tevreden opeens niet meer goed presteert en op een vervelende wijze het bedrijf verlaat, zal een redelijk belang kunnen hebben om zijn foto van de website van de werkgever waar hij ontslagen is, verwijderd te zien. E.e.a. zal ook hier weer afhangen van de specifieke omstandigheden, gaat het bijvoorbeeld om een groepsfoto van alle jubilarissen dan zal de beoordeling anders liggen dan wanneer het gaat om een foto van de individuele werknemer in de categorie ‘beste werknemer van het jaar’.

Het bedrijf heeft ook een aantal bedrijfsvideo’s die ze gebruiken voor voorlichting aan potentiële klanten en tonen tijdens bezoeken van MBO-instellingen. In deze bedrijfsvideo zijn ook werknemers te zien tijdens de uitoefening van hun werkzaamheden, een aantal geeft daar zelfs een korte uitleg bij. De bedrijfsvideo’s worden weliswaar elke paar jaar vervangen maar het kan voorkomen dat er in een video medewerkers te zien zijn die inmiddels elders werkzaam zijn. Ook hier geldt weer dat een werknemer zich uitsluitend op grond van een redelijk belang kan verzetten tegen de openbaarmaking van zijn portret en dat dat belang afgewogen moet worden tegen het belang van de werkgever. Daarbij speelt aan de kant van de werkgever in elk geval mee dat de bedrijfsvideo’s gemaakt zijn met de instemming van de medewerkers, die hebben allemaal – zei het mondeling – toestemming gegeven, de video’s een beperkte levensduur hebben, er grote investeringen gedaan zijn voor het produceren van de video en het lastig en kostbaar is om de beelden van een geportretteerde uit de video te verwijderen. De werknemer moet dan wel een heel zwaarwegend belang hebben wil dat zwaarder wegen dan dat van de werkgever.

Wanneer er voorafgaand, bijvoorbeeld al bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst, schriftelijke afspraken gemaakt worden over beeldopnames, wat voor soort beelden dat dan zijn en waarvoor die gebruikt worden, dan worden de meeste problemen op voorhand al ondervangen. En ook op het gebied van het portretrecht geldt dat voorkomen beter is dan genezen.